zaterdag 2 februari 2013

Vrijwel lege km-hokken.

Wat later dan afgesproken, door de harde noordwesten wind, ontmoet ik Peter Spierenburg in Noordwijk. Vandaag beginnen we aan de tweede winter telronde voor het Sovon atlasproject. Door de duinen fietsen we richting de Noordwijkse Golfclub waar we beginnen over zee te kijken. Op het strand gelijk al een leuke waarneming nl. een Zilverplevier (107). Opvallend aan deze vogel zijn de spierwitte uiteinden van de handpennen, zeker een cm of 4 is zuiver wit. Op het strand verder weer leuke aantallen Drieteenstrandlopers. Over zee vliegen wat Roodkeelduikers en ook nog een Parelduiker naar zuid. Een eenzame Rotgans (108) gaat langzaam tegen de wind in naar noord. Op de ruwe zee slechts een paar Futen maar erg blij ben ik met een op niet al te grote afstand drijvende Alk (109). Ineens krijg ik een vogel in beeld, maar het kwartje wil niet gelijk vallen, wat een Grote Jager (110) blijkt te zijn, die langzaam laag over het water naar het noordwesten vliegt, leuk samen met de Alk is dit ook nog een nieuwe voor de eeuwige maandlijst. We vervolgen de telling met een korte wandeling door het duin en dat levert niets maar dan ook werkelijk niets op! Na bij de Duindamse Slag ook nog even over zee gekeken te hebben lopen we door de zeereep naar het punt voor de 2 maal 5 minutentelling. In de zeereep komen we drie Reeën tegen. Op het telpunt is het ook stil, alleen twee Eksters en daar moeten we het mee doen.
Via de Noraweg fietsen we naar de Langevelderslag waar ten noorden daarvan de laatste tijd nog weleens een Ruigpootbuizerd is waargenomen. Helaas zien we alleen maat twee "gewone" Buizerds hangen in de wind.
Het volgende km-hok wat we vandaag doen is het Langeveld. Het begint aardig met een Rietgors die opvliegt uit een stoppelveld en een Zanglijster die rondscharrelt in een tuin maar dit zijn dan wel zo'n beetje de enige twee aardige waarnemingen in het hele hok. Opvallend is het ontbreken van soorten als Kneu en Veldleeuwerik, soorten die normaal gesproken altijd 's winters wel in het Langeveld te vinden zijn zelfs de Knobbelzwanen zijn vertrokken. O ja, een Goudhaan in de natuurontwikkeling het Langeveld mag natuurlijk wel genoemd worden.
Het derde en laatste km-hok wat we vandaag doen is ook al zo leeg, waar we in december nog leuke aantallen Turkse Tortels hadden zien we er nu niet een! Zelfs Roodborst en Winterkoning zijn afwezig.
In het dennenbos van het Aarbeiendel hebben we nog wel een roepende Kuifmees en een Boomklever en Boomkruiper. Het stukje duin van De Blink is ook al uitgestorven. Als we teruglopen naar onze fiets zien we net nadat de tijd verstreken is nog een Zwarte Mees en twee Boomkruipers. Het is inmiddels kwart over twee en het word tijd om richting huis te gaan. Onderweg hoop ik nog wat Patrijzen mee te kunnen pikken. Op de eerste plek waar ze zouden kunnen zitten zie ik zo gauw niets en dus vestig ik mijn hoop op de Elsgeesterpolder, een bolwerk voor deze soort hier in de buurt. Ik kijk hier al de padjes op de bollenvelden af maar ook hier niets. Op het ruige stuk zie ik er wel een Patrijs  (111). Al met al is het voor mij geen verkeerde dag met 5 soorten voor de fietslijst. Voor de tellingen in de km-hokken valt het allemaal een beetje tegen natuurlijk, want of dit representatief is voor wat je in de winter in het gebied kunt tegenkomen kan je je afvragen, als je heel gewone soorten als Roodborst, Winterkoning al mist in het duin en de binnenduinrand. Of zou het wintertje zo'n grote tol geëist hebben?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten